Voor een optimaal glijmoment moet je niet meer dan nodig de zijkant van de schaats gebruiken ook al is deze noodzakelijk voor het maken van de afzet. Een schaats die recht op het ijs staat, glijdt. Een schaats die op de binnen- of buitenkant staat, snijdt.
Op de rubbermatten ligt stof en zand waardoor de schaatsen bot kunnen worden. Daarom is het gewenst de beschermers te gebruiken en pas op het ijs af te doen. Tijdens natuurijsperioden zie ik mensen met schaatsen over beton lopen. Hierdoor treedt er een dusdanige beschadiging op dat het haast onmogelijk wordt op deze schaatsen te rijden.
Het droogmaken van met name het metalen onderstel heeft een beschermende functie. Hoewel dit metaal beschermd is door verchroming of andere coating kan er roestvorming optreden. Zorg daarom voor een oude hand- of theedoek die goed vocht opneemt en maak de schaatsen droog na gebruik. Denk er bij het droogmaken van de schaatsen aan dat schaatsen erg scherp kunnen zijn!
De meeste schaatsen -vaak noren- worden geleverd met te lange veters. Het nadeel hiervan is dat je te lange uiteinden overhoudt om te strikken. Vaak zie je dat men de veters een keer extra om de schoen aanbrengt. Dit is af te raden omdat er afknelling van de voet kan optreden. Hierdoor krijg je eerder koude voeten. Het is zinvoller de veters in te korten. Dit doe je door de veters in het midden door te knippen en vervolgens in te korten. Daarna leg je aan beide geknipte uiteinden een knoop en plaats je de veters in de schoenen. Het voordeel hiervan is dat je de verstevigde standaard uiteinden van de veters intact houdt.
Stilstaan in de bocht betekent dat je gemakkelijk geraakt kunt worden door iemand die ten val komt in de bocht, door de centrifugale kracht.
Een goed bezocht trainingsuur of een publieksuur is altijd een combinatie van rijders die op snelheid rondjes rijden en rijders die rustig rijden aan de buitenkant van de baan. Als iemand valt, vooral in de bocht, is het gewenst dat degenen die valt hard schreeuwt om de rustige rijders te waarschuwen. Door de centrifugale kracht in de bocht breekt de boarding uiteindelijk de val.
Blaren zijn meestal het gevolg van wrijving. Deze wrijving kan optreden bij onder andere het bewegen van de voet in de schoen of bij schoenen die qua pasvorm niet optimaal zijn.
Door een stukje sporttape over het aangedane gebied te plakken kun je klachten beperken. Daarnaast is het aan te bevelen te onderzoeken of de schaatsschoen ruwe oppervlakken heeft. Deze kunnen worden opgeheven door middel van een stukje plakband met gladde buitenkant.
Een schaatser die op snelheid is gekomen, heeft vaak een dergelijke snelheid dat een afzet naar achteren niet bijdraagt om de snelheid te onderhouden of te verhogen. Die afzet zijn we onder andere gewend tijdens het wandelen en het hardlopen.
Middels een zijwaartse afzet is de snelheid wel te onderhouden of te verhogen. Alleen vanuit stilstand, onder andere de start, wordt er kortdurend naar achteren afgezet om vervolgens steeds meer de zijwaartse afzet op te zoeken.
Het rijden met ‘vleugeltjes’ wil zeggen dat de rijder in de schaatshouding met de handen op de rug zijn ellebogen heft. Hierdoor is naast meer luchtweerstand de kans groot dat de rug ‘hol’ wordt getrokken waardoor een zijwaartse afzet minder wordt uitgevoerd. Zowel van boven naar beneden als van links naar rechts loopt de rug rond bij de juiste schaatshouding. Het heffen van de ellebogen is daarom ongewenst. De onderstaande houding is dus ongewenst.
Bij het ingaan van de bocht heeft het lichaam door de centrifugale kracht de neiging om naar buiten te bewegen. Dit is te voorkomen door te gaan hangen naar de binnenkant van de bocht. Bij hogere snelheden neemt dit hangen toe. Ter vergelijking met motorraces is het gaan hangen in de bocht absolute voorwaarde om zoveel mogelijk snelheid te behouden.